Wat is het verschil tussen decanteren en karaferen en wanneer moet ik dit doen?
Decanteren doe je bij oudere wijnen, waar wat depot bij in zit. Depot is bezinksel wat de wijn in de loop van de jaren heeft ontwikkeld. Niks mis mee, maar je wilt het niet in je glas. De wijn smaakt er bitter en zuur door. Dus zet je de oude wijn rechtop, zodat het bezinksel ook echt onderin de fles komt. Dan open je de fles en schenkt ‘m voorzichtig over in een karaf. Je kunt onder de fles een kaarsje of lampje houden, zodat je kunt zien wanneer de droesem bij de hals van de fles is. Pas op met echt oude wijnen, die mogen ook weer niet teveel lucht krijgen, ze zijn erg gevoelig. Daarom voorzichtig langs de rand van de karaf schenken en niet klotsen.
Bij karaferen mag dat juist weer wel. Je doet dit bij jonge wijnen die nog wat hard zijn. Ze zitten dan op slot. Door ze te beluchten maak je ze iets ronder en vriendelijker. Dit werkt prima bij hout gelagerde wijnen, die net even te jong zijn om te drinken. Dus klots er maar op los.
Toch zullen veel mensen hier geen gebruik van hoeven maken, de meeste wijnen die op de markt komen zijn klaar om direct te drinken. Geen jaren veroudering meer in je wijnkeldertje, maar ook het niet te vroeg openen van een mooie wijn. Gewoon direct op dronk. Maar ’t staat natuurlijk wel chique tegenover je vrienden, dus ik zou de fles lekker overgieten in een mooie karaf.